Webinar RSI-klachten: bevrijd jezelf van pijn en verbeter je gezondheid is de titel van een…
Van Da Vinci tot de telegrafist. Beschrijvingen van RSI-letsel
beslaan al zo’n 500 jaar. Is RSI een eeuwenoude aandoening
of een 21e eeuws fenomeen? Een historische vogelvlucht.
Stel: je mag in de zomer van 2016 naar
Brazilië, om Nederland op de Olympische Spelen te vertegenwoordigen bij
het boogschieten. Vóór elke pijl die je in de roos probeert te jassen, trek je meer dan 20 kilo. Toch is dat krap een kwart van de kracht die een Middeleeuwse boogschutter leverde. Vijf eeuwen vóór de tablet, laptop en smartphone, was er al een epidemie van RSI aan rug, schouders en armen, zo blijkt ook uit recent onderzoek.
Skeletten
Ziekte, oorlog en religieuze schermutselingen. Het leven was hard voor de meeste mensen in het Britse koninkrijk van Hendrik de Achtste. Des te verrassender is dat RSI toen al een veel voorkomende klacht was. Sport- & Bewegingswetenschappers van de universiteit in Swansea, Wales, hebben dit vastgesteld na onderzoek van ruim 90 skeletten uit het scheepswrak Mary Rose. De overblijfselen van dit Britse oorlogsschip, dat in 1545 zonk, is vanaf voorjaar 2013 te zien in het vernieuwde scheepvaartmuseum te Portsmouth.
Boosdoener
Wie in het 16e-eeuwse Engeland de pijl en boog pakte, deed dit niet als
vrijetijdsbesteding. Elke man, van een 7-jarige jongen tot en met een vijftiger, moest op last van de Koning wekelijks oefenen. Boogschieten was cruciaal voor de veiligheid van Brittannië, want vuurwapens waren nog niet nauwkeurig. Professionele boogschutters konden twaalf pijlen per minuut schieten, elke pijl vergde soms wel zo’n 90 kilo trekkracht. “De tol die dit eiste was verschrikkelijk”, aldus één van de sport- en bewegingswetenschappers. “Het ellebooggewricht van de boogschietarm was tot bijna de helft dikker dan het gewricht van de andere arm.”
Samen met chirurgen en ingenieurs verrichtte het team anderhalf jaar gedegen onderzoek. Met een laserscanner werden driedimensionale afbeeldingen en dwarsdoorsnedes gemaakt, vooral van de pols tot de elleboog. “Het was een unieke mogelijkheid om veranderingen aan het skelet te bestuderen die samenhangen met herhalende activiteiten. Eén geraamte had aan de bovenarm osteo-arthritis die zo erg was dat je het tegenwoordig nooit zult aantreffen.”
Beroepsziekten
Toch waren deze 16e-eeuwse aandoeningen niet de eerst genoteerde gevallen van RSI. Auteur Paul Brennan beschrijft in zijn boek ‘Repetitive Strain Injuries’ verscheidene voorbeelden van deze aandoening. Beginnend met 1490, toen het Italiaanse genie Leonardo da Vinci rapporteerde over zijn verkrampte handen na een lange periode tekenen. De daaropvolgende verslaglegging stamt uit 1550. Volgens de Vlaamse anatoom Versalius hadden veel van zijn schriftgeleerden pijn in hun handen en polsen nadat ze vele uren tekeningen hadden gekopieerd voor zijn medische tekst De Humani Corporis Fabrica. In 1700 publiceerde Bernardino Ramazzini, Italiaanse professor aan de Universiteit van Modena, de Morbis Artificum Diatriba: ‘Arbeidsziekten’. “Aanhoudend schrijven met pen op papier leidt uiteindelijk tot krachtverlies van de rechterhand.” In zijn boek benadrukt hij de gezondheidsbedreigingen voor arbeiders in meer dan 50 beroepen. Dit varieerde van chemicaliën en herhalende of gewelddadige bewegingen tot vreemde houdingen. Ramazzini stelde voor dat artsen hun vragen aan patiënten zouden uitbreiden met: ‘Wat is jouw beroep?’
Telegrafistenziekte
Onder de beroepsziekten, die vooral door de industrie oprukten, stak steeds vaker een venijnige variant de kop op: ontsteking van de peesscheden. Voor deze hardnekkige kwaal introduceerde de Franse arts Velpeau in 1825 de term Tenosynovitis. Zijn remedie? Rust dankzij het omzwachtelen van de armen. Een nieuwe beroepsgroep, die groter werd door de rap toenemende telecommunicatie, waren de telegraafklerken. The Lancet, het Britse wetenschappelijk tijdschrift, wijdde in 1875 een artikel aan ‘Een telegraafziekte’. Hoewel de aandoening steeds meer slachtoffers eiste, was er slechts één beschreven voorbeeld. Een man die na negen jaar werk als klerk, eerst haperingen in zijn duim ondervond, vervolgens in de wijsen middelvinger, kramp in de hand en uiteindelijk polsverlamming. Volgens The Lancet was het mogelijk om de ‘telegrafistenkramp’ toe te voegen aan
de beroepsziekten. ‘Het is bekend dat de constante herhaling van bewegingen bij personen met een bepaalde constitutie handicaps kan veroorzaken om die handeling te verrichten.’
Onderzoek
In 1911 begon de Britse regering een onderzoek naar de klachten over pijn door krampen en vermoeidheid van honderden telegrafisten. Het comité verstuurde de brief naar de Ministeries van Post & Telegrafie in Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland en Italië. De Oostenrijkers meldden er nooit over te hebben gehoord, de Belgen hadden tien telegrafisten met dergelijke klachten en zowel de Fransen, Italianen als Duitsers twijfelden aan het bestaan van de kwaal. Alle telegrafisten deden hetzelfde werk met dezelfde seinsleutel, maar zij rapporteerden niet dezelfde pijnen.
Mijlpalen in 100 jaar
1918
Dr Troell introduceert de term Peritendinitis Crepitans voor dezelfde aandoening die Velpeau in 1825 Tenosynovitis noemde.
1931
In een Amerikaanse fabriek, die een spoedorder krijgt voor honderdduizenden zaklampbatterijen, meldt bedrijfsarts Martin Debenham dat zich bij inpakkers binnen 1 week Peritendinitis openbaart.
1943
The American Journal of Surgery bepleit dat Tenosynovitis als beroepsziekte wordt aangemerkt.
1958
In Japan wordt het eerste geval van een beroepsziekte onder computermedewerkers vermeld in de medische literatuur.
1971
Australische wetenschapper David Ferguson noemt als eerste ‘Repetitive Injuries’, letsel door herhaalde bewegingen, en benadrukt belang van langdurig herstel.
1980
Met de opmars van de computers in kantoren stijgt het aantal RSI-patiënten onder wie veel vrouwen.
1990
Medici zijn het niet eens over de RSI-definitie, oorzaken variëren van ‘Tussen de oren’ tot ‘Veel andere factoren’.
2000
Algemene erkenning van kritische factoren zoals ergonomie en managementstijl.
2013
Ondanks RSI’s prominente plek aan het eind van de 20e eeuw, lijkt het er op dat RSI een stokoude aandoening is. Misschien klaagden zelfs al de holbewoners, die stenen werktuigen maakten, ’s avonds zittend rond kampvuren over hun pijnlijke armen.
Bron: beide teksten zijn bewerkingen van artikelen
geschreven door Irene Turpie in RSI & Overuse Injury
Association, februari 2013.
Dit bericht heeft 0 reacties