Inhoud
Richtlijnen die voor mensen met RSI-klachten belangrijk zijn
Er zijn verschillende richtlijnen voor diagnose en behandeling van KANS, voor o.a. Mensendieck, bedrijfsartsen, fysiotherapeuten en een multidisciplinaire richtlijn. De laatste is voor mensen met RSI-klachten het meest relevant. Deze combineert de beschikbare kennis in diverse beroepsgroepen voor goede diagnosestelling en een multidisciplinaire behandeling voor kortdurende én langdurige klachten.
Richtlijnen worden helaas niet of nauwelijks toegepast in de dagelijkse praktijk, vaak door onbekendheid. Hierdoor gaan veel onnodige verzuimdagen verloren en duren de klachten langer dan bij een adequate diagnosestelling en behandeling. Als patiënt kun je zelf de richtlijn gebruiken om je behandelaar op andere mogelijkheden te wijzen.
Hier vind je de richtlijnen:
- Multidisciplinaire Richtlijn Computerwerk 2013
- Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS uit 2012
- Patiëntenfolder multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS 2012
- In de patiëntenfolder staat onder Waar vind ik meer informatie? het webadres www.cbo.nl voor de volledige richtlijn. Dit webadres klopt niet meer, maar de volledige richtlijn is de Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS uit 2012 (link hierboven). We hebben wel een link voor het downloaden van de Cbo-richtlijn aspecifieke KANS 2016 met de nieuwste behandelinzichten.
- Zorgpad diagnostiek multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS 2012
- Richtlijn fysiotherapeuten 2010
- Richtlijn Bedrijfsartsen 2003
- Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het carpaletunnelsyndroom 2006
- KNGF-richtlijn Nekpijn 2016
- Richtlijn Klachten aan arm, schouder of nek NVAB 2014
- Zorgstandaard Chronische Pijn 2017, patiëntenversie
- Zorgstandaard Chronische Pijn 2017, volledige versie
Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS
De RSI-vereniging heeft meegewerkt aan de multidisciplinaire richtlijn. Multidisciplinair wil zeggen dat er veel partijen hebben meegewerkt, van fysiotherapeuten tot handchirurgen en van bedrijfsartsen tot neurologen. De wetenschappelijke kennis is gebundeld in een serie aanbevelingen.
Allereerst beschrijft de richtlijn hoe de diagnose aspecifieke KANS kan worden gesteld, namelijk door alle specifieke KANS-varianten uit te sluiten. Hiervoor zijn een aantal testen beschikbaar.
Als er sprake is van specifieke KANS, zoals carpaletunnelsyndroom of tenniselleboog, moet verder de behandeling voor die specifieke aandoening worden gevolgd. Vaak zijn daar al richtlijnen voor beschikbaar en is de behandeling eenduidiger dan bij aspecifieke KANS.
Wanneer de diagnose aspecifieke KANS duidelijk is, volgt het Zorgpad diagnostiek voor aspecifieke KANS. In dit zorgpad wordt beschreven wanneer welke behandeling gewenst of noodzakelijk is.
Bij beginnende klachten wordt vaak eerst even afgewacht. Gaat het niet vanzelf over, dan wordt fysiotherapie of oefentherapie aanbevolen. Leidt dit niet binnen twee maanden tot verbetering, dan moet opnieuw worden gekeken, of multidisciplinaire behandeling – bijvoorbeeld in een revalidatiecentrum – worden overwogen. Het complete Zorgpad diagnostiek vind je in de richtlijn.
Met de multidisciplinaire richtlijn hebben zowel behandelaars als patiënten meer houvast tijdens een behandeltraject. De richtlijn moet leiden tot betere en snellere zorg voor RSI-klachten. Helaas is de richtlijn nog steeds niet bij alle behandelaars bekend en hij wordt ook niet altijd toegepast.
Samenvatting presentatie Themadag 28 februari 2015
Presentatie drs. Anita Feleus van de Hogeschool Rotterdam
Nog steeds is er weinig goed onderzoek naar de beste behandeling bij RSI-klachten, vooral bij aspecifieke klachten.
Het Kenniscentrum Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam ontwikkelde mee aan de multidisciplinaire KANS-richtlijn. De richtlijn is een houvast voor een adequate behandeling van RSI-klachten in de praktijk. Een groep deskundigen én ervaringsdeskundigen inventariseerde behandelingen.
De richtlijn werd vervolgens ontwikkeld op basis van een combinatie van wetenschappelijk bewijs en best practices; praktijkervaringen van de deelnemers, kostenoverwegingen en andere praktische zaken.
Een belangrijke stap in de richtlijnontwikkeling voor aspecifieke klachten was allereerst het afbakenen van de specifieke klachten, zoals het carpaletunnelsyndroom. In het KANS-model uit 2004 stonden 23 specifieke aandoeningen, in de richtlijn zijn dat er inmiddels 35. De richtlijn bundelt de aanwezige kennis in concrete aanbevelingen.
Zo zijn er bijvoorbeeld voor het Zorgpad diagnostiek voor de aspecifieke klachten de volgende stappen bedacht:
- Na twee weken verzuim of ernstige beperkingen contact opnemen met de bedrijfsarts;
- Na zes weken klachten verwijzing naar oefentherapie: fysiotherapeut, Cesar of Mensendieck;
- Als er na zes weken psychische en sociale factoren zijn die herstel in de weg staan, de inzet van een psycholoog of therapeut overwegen;
- Als de klachten meer dan drie maanden aanhouden dan diagnose heroverwegen of verwijzing naar een multidisciplinair behandelteam;
- De huisarts is de zorgcoördinator.
Met het Zorgpad diagnostiek voor RSI-klachten kun je checken of in je eigen situatie de juiste stappen worden gezet.
Artikelen in het RSI-Magazine over dit onderwerp
In ons RSI-Magazine schrijven we ook over dit onderwerp. We hebben de artikelen voor je op een rij gezet.
- Update aspecifieke RSI: Zijn er sinds 2012 nieuwe inzichten ontstaan? RSI-Magazine 2018-1, pagina 20-21
- Fysiotherapeuten testen studentvrijwilligers: KANS krijgt handen en voeten, RSI-Magazine 2013-1, pagina 6
- KANS-richtlijn klaar! RSI-Magazine 2012-4, pagina 26