RSI allesbehalve verdwenen: ’Het is een definitie-dingetje geworden’

Zo kopt De Telegraaf met een artikel over RSI. Komt het wel minder voor, of lijkt dat alleen maar zo?

RSI komt nog net zo vaak voor als 20 jaar geleden

Volgens Nathan Hutting, onderzoeker bij het Lectoraat Arbeid & Gezondheid van de HAN University of Applied Sciences en fysiotherapeut, komen RSI-klachten nog net zo veel voor als als twintig jaar geleden.

Er is nu minder aandacht voor en dat kan deels komen doordat Nederland het KANS-model heeft ontwikkeld, zo vertelt Reint Alberts, voorzitter van de RSI-vereniging en zelf ook fysiotherapeut.

Wat is KANS?

Reint Alberts: „KANS is een consensus over 23 specifieke diagnoses, die voorheen als RSI zouden worden gezien. Maar internationaal wordt meestal nog steeds gesproken over RSI.” KANS geldt alleen voor Nederland, internationaal heeft die term geen naamsbekendheid.

De ene groep noemt het KANS, de andere groep RSI en dat werkt langs elkaar heen

Huisartsen zijn niet altijd goed op de hoogte van KANS en hoe je met dat model een goede diagnose kunt stellen en een behandelplan maakt.

Patiënten kennen vooral de term RSI, maar die gebruikt de medische wereld in Nederland niet meer. Zo kan het lijken alsof RSI-klachten bijna niet meer voorkomen, maar dat is niet zo.

Hoe kun je het beste omgaan met RSI-klachten?

Lees hoe Galiëne van Houten, studente Communication and Multimedia, omgaat met haar RSI-klachten in het artikel in De Telegraaf.