Zoek je informatie over RSI, dan kom je misschien ook de term KANS tegen. Dat staat voor Klachten aan de Arm, Nek en/of Schouder. Het is ooit bedacht als bredere verzamelnaam, omdat de term RSI (Repetitive Strain Injury) te beperkt werd gevonden.
Net als RSI is KANS geen medische diagnose, maar een manier om klachten te benoemen die vaak ontstaan door overbelasting, herhaalde bewegingen of langdurige spierspanning. Denk aan pijn, stijfheid, tintelingen of krachtsverlies in arm, nek of schouder.
Hoewel de term KANS nog wel eens wordt gebruikt in bijvoorbeeld de zorg of arbozorg, hoor je hem in de praktijk steeds minder. Toch is het goed om het verschil te kennen als je je in RSI verdiept.
Hoe je je klachten ook noemt (RSI, KANS of anders), het belangrijkste is dat ze worden herkend en erkend. Zodat je de juiste behandeling krijgt, en erger kunt voorkomen. Meer weten over hoe zulke klachten ontstaan en zich kunnen ontwikkelen? Bekijk de pagina over het klachtenverloop.
Wat lees je op deze pagina?
- Wat is KANS?
- Wat is het verschil tussen KANS en RSI?
- Waarom gebruiken steeds minder artsen en therapeuten KANS?
Voor wie is deze informatie bedoeld?
Deze informatie is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met pijn of ongemak in arm, nek en schouder.
Wat is KANS?
KANS is een verzamelterm én een hulpmiddel. Het is een verzamelnaam voor klachten in het gebied van je arm, nek en/of schouder die niet zijn ontstaan door een ongeluk. De klachten komen meestal door herhaalde bewegingen, langdurig dezelfde houding of spanning. Denk aan computerwerk, tillen, knippen of andere taken waarbij je steeds dezelfde spieren gebruikt. Maar ook stress kan invloed hebben: gespannen spieren herstellen minder goed.
Tegelijk is KANS ook een hulpmiddel. Het model kan gebruikt worden om in kaart te brengen waar de klachten precies zitten, hoe ze zijn ontstaan en welke behandeling daarbij past. Zo helpt KANS om gestructureerd naar de klachten te kijken en beter te bepalen welke zorg nodig is. Het is dus geen medische diagnose, maar een hulpmiddel bij de aanpak van deze klachten.
Wat is het verschil tussen KANS en RSI?
De term RSI heb je misschien ook al eens gehoord. Dat staat voor Repetitive Strain Injury, ofwel een blessure door herhaalde belasting. RSI is een bredere, internationale term die vooral verwijst naar overbelasting door herhaalde bewegingen. Denk aan typen, muisgebruik of repeterende handelingen.
KANS wordt in Nederland gebruikt om deze klachten beter te beschrijven en te behandelen. Het is iets specifieker: het richt zich op klachten aan arm, nek en schouder, en kijkt daarbij niet alleen naar herhaling, maar ook naar andere oorzaken zoals langdurig stilzitten of spanning.
Belangrijk om te weten: zowel RSI als KANS zijn geen diagnoses, maar termen om klachten te duiden en passende zorg te bieden.
Waarom gebruiken steeds minder artsen en therapeuten KANS?
KANS werd begin deze eeuw ingevoerd als alternatief voor RSI. In die tijd namen klachten door computerwerk sterk toe, maar ze werden lang niet altijd serieus genomen. Artsen keken vooral naar objectief meetbare schade: wat je niet kon zien op een röntgenfoto of EMG, bestond niet. En computerwerk werd gezien als ‘licht werk’, daar kon je toch geen echte klachten van krijgen?
Bovendien vonden veel zorgverleners de term RSI te beperkt: die legde de nadruk op herhaalde bewegingen, terwijl klachten ook konden ontstaan door bijvoorbeeld stress, een verkeerde houding of langdurig stilzitten. Ook klachten in nek en schouders werden vroeger niet als onderdeel van RSI gezien, maar als iets aparts.
Om al die redenen werd de multidisciplinaire richtlijn KANS ontwikkeld. Die bood een breder kader om klachten te benoemen en te behandelen, zonder meteen naar één oorzaak te wijzen. Het hielp therapeuten en artsen om verder te kijken dan alleen de lichamelijke kant.
Tegenwoordig wordt de term KANS nog maar weinig gebruikt. In de praktijk kiezen zorgverleners vaker voor een beschrijving van de klachten zelf, zonder gebruik van de term KANS. Toch kun je die term nog wel tegenkomen in medische richtlijnen of in gesprekken met bijvoorbeeld een bedrijfsarts.
Meer informatie
Wil je meer weten over hoe zorgverleners hiermee werken? Bekijk dan de officiële richtlijnen voor aspecifieke KANS, of die voor KANS in zijn algemeen.
Heb je andere vragen? Neem dan contact met ons op!