Inhoud
Wat merk je van RSI-klachten?
RSI-klachten ontstaan meestal niet plotseling, maar kunnen zich langzaam opbouwen. Wat begint als een lichte irritatie, kan uitgroeien tot langdurige pijn. Heb je wel van RSI gehoord, maar je weet nog niet goed wat het is? Lees dan eerst de pagina “Wat is RSI“?
Wat lees je op deze pagina?
– Hoe RSI-klachten zich vaak ontwikkelen.
– Wat onderzoek laat zien over herstel.
– Welke factoren invloed hebben op de klachten.
Voor wie is deze informatie?
Voor iedereen die merkt dat pijn, stijfheid of tintelingen in arm, nek of schouder steeds vaker terugkomen.
Waar merk je RSI-klachten?
Voor een volledig overzicht over de symptomen kun je het beste onze uitgebreide pagina over symptomen van het RSI-klachtenbeeld raadplegen. Je lees hier alles over waar je op moet letten en wat het verschil tussen RSI en KANS is.
Handen
Klachten beginnen vaak als een onaangenaam gevoel. Alsof je linkerarm op de plek van je rechterbeen zit. Het voelt niet goed en het wringt.
Daarna kunnen tintelingen optreden. In sommige gevallen nemen ze toe en kunnen ze steeds vaker voorkomen, soms zelfs langdurig.
Na de tintelingen kunnen klachten als pijn of een doof gevoel optreden. Dat gebeurt niet bij iedereen, en het hangt sterk samen met belasting, herstelmomenten en werkomstandigheden.
Nek- en schouderklachten
Bij RSI-klachten kunnen ook nek- en schouderklachten ontstaan. Dat kan soms beginnen met een stijve nek die na één nacht slapen weer over is. Later duurt het een weekend voordat de klachten wegtrekken. Nog later heb je er zelfs tijdens een hele vakantie last van. Zonder ingrijpen kunnen het blijvende klachten worden. De juiste maatregelen zijn dan echt nodig.
Armen
De ontwikkeling van klachten in armen gaat op een vergelijkbare manier. Eerst gaan klachten nog snel over, maar zonder maatregelen worden ze steeds erger.
De opbouw van RSI-klachten
Beginnende klachten: tijdelijk
De eerste signalen ontstaan vaak na zwaar, langdurig of eenzijdig werk, zoals typen of knippen. Je voelt dan tintelingen, pijn of stijfheid. Meestal verdwijnen deze klachten na een nacht slapen of een weekend rust.
Op dit moment is er nog geen blijvende schade. Je lichaam kan snel herstellen, zolang je voldoende rust neemt en je belasting beperkt.
Klachten die sneller terugkomen
Ga je op dezelfde manier door en neem je weinig tijd om te herstellen? Dan duurt het vaak langer voordat de klachten wegtrekken. Waar een nacht slapen eerder genoeg was, heb je nu een heel weekend of zelfs een vakantie nodig.
De klachten komen ook sneller terug, soms al bij minder inspanning of zelfs zonder duidelijke aanleiding. Zo kun je in een vicieuze cirkel belanden van overbelasting en onvoldoende herstel.
Langdurige of blijvende klachten
Blijf je doorgaan zonder aanpassingen? Dan kun je klachten krijgen die niet vanzelf verdwijnen, ook niet in rust. De pijn kan uitstralen naar andere delen van je lichaam, en je energieniveau of concentratie kan afnemen.
Herstel blijft ook hier mogelijk. Hoe eerder je start met aanpassingen, hoe sneller en makkelijker dat gaat. Zeker bij klachten die steeds terugkomen is het belangrijk om op tijd in te grijpen. Bekijk ook het webinar Gezond werken: hoe je zelf controle krijgt over (beginnende) RSI-klachten voor praktische tips.
Terugkerende klachten (flare-ups)
Ook na herstel kunnen klachten soms tijdelijk terugkomen. Bijvoorbeeld na een drukke periode, een nieuwe werksituatie of extra belasting thuis. Zo’n terugval is normaal en betekent niet dat je weer helemaal terug bij af bent. Met voldoende rust en de juiste maatregelen kun je snel weer opkrabbelen.
Wat laat onderzoek zien?
Hoe verlopen RSI-klachten op de langere termijn? Onderzoekers van het Kenniscentrum Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam deden een groot onderzoek om dat te ontdekken: het PASK-onderzoek (Pijnklachten aan Arm, Schouder en/of Nek). Zij volgden bijna 700 mensen uit het hele land met RSI-klachten.
De deelnemers vulden vragenlijsten in over hun klachten, gezondheid, werk en hoe ze herstelden. Dat deden ze twee jaar lang regelmatig. Zo konden de onderzoekers zien hoe klachten zich ontwikkelen en wat invloed heeft.
De uitkomsten: drie groepen
Op basis van het verloop van de klachten zagen de onderzoekers drie groepen mensen:
- Groep 1 – Snel herstel (ongeveer 65%)
Deze mensen hadden na enkele weken tot maanden weinig tot geen klachten meer. De klachten kwamen ook niet terug. - Groep 2 – Langdurige, stabiele klachten (ongeveer 25%)
De klachten namen in de eerste zes maanden iets af, maar daarna veranderde er weinig. Deze groep bleef dus langdurig klachten houden, zonder dat het erger werd. - Groep 3 – Ernstige chronische klachten (ongeveer 10%)
Bij deze groep bleven de klachten erg en zorgden ze ervoor dat ze niet alles konden doen. Zelfs na twee jaar. Deze mensen hadden vaak ook psychische klachten of moeite met werk en in het dagelijks leven.
Wat betekent dit?
De meeste mensen met RSI-klachten herstellen goed. Maar bij ongeveer één op de drie blijven de klachten (deels) bestaan. En bij een paar mensen worden de klachten ernstig en chronisch.
Het goede nieuws: de onderzoekers zagen ook dat het herstel niet alleen afhangt van de klachten zelf, maar ook van hoe je ermee omgaat. Voldoende rust, steun, begeleiding en aandacht voor lichamelijke en mentale belasting maken een groot verschil.
Wat is van invloed op de klachten?
Niet iedereen herstelt op dezelfde manier. Uit onderzoek blijkt dat sommige mensen slechter herstellen. Bijvoorbeeld mensen die:
Lichamelijk kwetsbaar zijn:
- klachten hebben op meerdere plekken;
- al langer dan drie maanden klachten hebben;
- minder fit zijn;
- eerder gewrichtsklachten of blessures hadden.
Mentaal kwetsbaar zijn:
- veel piekeren of fysiek reageren op stress;
- de klachten als bedreigend zien of erger inschatten dan ze zijn;
- bang zijn om te bewegen (bewegingsangst), omdat ze bang zijn dat de klachten dan erger worden.
Kwetsbare persoonlijke of sociale omstandigheden zoals mensen die:
- beperkte steun ervaren van partner, familie, vrienden of werk;
- die gemiddeld een lager opleidingsniveau hebben;
- een hogere leeftijd hebben;
- van het vrouwelijk geslacht zijn — bij vrouwen zien we gemiddeld vaker langdurige klachten.
Let op: deze factoren zijn géén schuld of oorzaak. Maar ze hebben wél invloed op het herstel. Gelukkig kun je vaak ook iets doen aan je herstel, bijvoorbeeld met begeleiding of een andere aanpak.
Wat kun je zelf doen?
Hoe eerder je klachten herkent en aanpakt, hoe groter de kans op herstel. Enkele tips:
- Wissel genoeg af in je werk en houding.
- Neem klachten serieus, ook als ze eerst licht zijn.
- Vraag op tijd om hulp van een professional.
- Kijk niet alleen naar fysieke belasting, maar ook naar stress en herstel.
- Bespreek je situatie op het werk. Misschien kun je daar iets veranderen.
We hebben een gehele sectie van onze website gewijd aan wat jij kan doen bij RSI-klachten, je leest hier meer over op onze pagina “Wat je kunt doen“?
Blijven je klachten terugkomen of worden ze erger? Neem dan contact op met je huisarts of Arboarts. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter.
Meer informatie
Wil je meer weten over het PASK-onderzoek? In ons RSI-Magazine 2016-1, op pagina 12-13, staat het uitgebreide artikel Wat bepaalt de kans op een goede afloop
bij RSI-klachten?
Heb je andere vragen? Neem dan contact met ons op!