Merk je tijdens of na bepaalde activiteiten wel eens pijn of tintelingen in je arm, hand of pols? Of voelen je spieren stijf of vermoeid? Dat kunnen vroege signalen zijn van RSI-klachten. In het begin zijn ze vaak mild, maar ze kunnen erger worden als je niets verandert. Door signalen op tijd te herkennen, kun je veel problemen voorkomen.
Op deze pagina lees je
- Welke klachten vaak voorkomen in je arm, hand of pols en hoe je ze kunt herkennen.
- Wanneer het verstandig is om actie te ondernemen of hulp te zoeken.
- Wat het verschil is tussen aspecifieke en specifieke RSI-klachten.
- Welke oorzaken een rol kunnen spelen én wat je zelf kunt doen om klachten te voorkomen.
Let op: RSI of KANS is geen duidelijke diagnose, maar een verzamelnaam voor klachten. Ze verschillen per persoon. Gelukkig kun je er vaak iets aan doen.
RSI staat voor Repetitive Strain Injury. In Nederland hoor je ook soms de term KANS: Klachten aan Arm, Nek en/of Schouder. Beide woorden verwijzen naar klachten die ontstaan door herhaalde belasting, een langdurige, onbeweeglijke houding of langdurige spierspanning. Het komt veel voor bij mensen die met computers werken, maar ook bij andere beroepen of bezigheden waar je veel dezelfde bewegingen maakt of weinig kunt afwisselen.
1. Symptomen bij arm-, hand- en polsklachten
Heb je regelmatig last van je arm, pols of hand tijdens of na het werk, of als je iets anders hebt gedaan? Dat kan te maken hebben met RSI-klachten. Je hebt bijvoorbeeld pijn in je onderarm of pols, of je hand heeft minder kracht. Ook een doof gevoel of tintelingen in je vingers komen vaak voor.
In het begin gaan deze klachten meestal weer weg na rust. Maar als je er niets aan doet, kunnen ze steeds vaker en langer terugkomen. Soms wordt het dan moeilijker om bijvoorbeeld te typen, dingen vast te houden of andere dagelijkse dingen te doen.
Meer symptomen vind je op de pagina RSI-klachten: symptomen en klachten bij RSI. Of bekijk onderstaand schema voor de meest voorkomende KANS-aandoeningen in de arm, hand en pols:
Of gebruik de volgende link om de PDF te bekijken: Veelvoorkomende hand- en polsklachten bij RSI op basis van de Aspecifieke KANS richtlijn
| Aandoening | Plek | Wat is het? | Typische klachten |
|---|---|---|---|
| Morbus De Quervain | Basis van de duim /pols (duimzijde) | Irritatie van de peesschede van twee duimpezen. | Pijn en soms zwelling aan duimzijde pols; erger bij grijpen/knijpen of duim bewegen. |
| Carpaletunnelsyndroom (CTS) | Pols, handpalm (duim/wijs/middel) | Beknelling van de medianuszenuw in de pols. | Tintelingen/doof in duim, wijs-, middelvinger (vaak ’s nachts), soms minder knijpkracht, dingen laten vallen. |
| Guyon-syndroom (ulnaire tunnel) | Pols (palmzijde), hand (pink/ring) | Beknelling van de ulnariszenuw bij de pols. | Tintelingen/doof in pink en ringvinger (pinkzijde); minder fijne kracht; erger bij druk op pols. |
| Triggerfinger (triggervinger) | Vinger/handpalm | Buigpees haakt achter een bandje. | Haperen/klikken bij buigen/strekken; soms vastzitten van vinger; pijnlijk bobbeltje in palm. |
| Artrose van handgewrichten (één hand) | Handgewrichten (bv. duimbasis, vingerkootjes) | Slijtage van het gewrichtskraakbeen. | Zeurende pijn, stijfheid, soms zwelling/botknobbels; minder knijpkracht en fijne motoriek. |
| Polsinstabiliteit | Polsgewricht | Bandjes in de pols zijn slap/beschadigd; pols voelt te los. | Pijn bij steunen/druk, klikjes of wegzakken, soms minder kracht of beweging. |
| Overige tendinopathieën extensoren (vinger-/polsstrekkers | Handrug/pols/vingers | Overbelasting van strekpezen. | Lokale pijn op handrug of pols; erger bij pols/vingers strekken; soms drukpijn/zwelling. |
| Overige tendinopathieën flexoren (vinger-/polsbuigers) | Handpalm/pols/vingers | Overbelasting van buigpezen. | Pijn aan handpalm/pols, erger bij knijpen/grijpen; soms schuren/zwelling te voelen. |
| Hand-arm-vibratiesyndroom (HAVS) | Handen/vingers | Schade door langdurig werken met trillend gereedschap. | Tintelingen/doof, gevoelig voor kou, soms witte vingers; minder gevoel en fijnmotoriek. |
| Avasculaire botnecrose van handwortelbeentje | Pols (handwortelbeentjes; bv. lunatum) | Te weinig bloed naar een botje, vervolgens krijg je botschade. | Diepe polspijn, stijfheid, zwelling, minder knijpkracht; erger bij belasten. |
2. Wanneer moet ik actie ondernemen?
Soms gaan klachten vanzelf weer over. Maar het is belangrijk om op tijd hulp te zoeken als:
- je klachten langer dan twee weken aanhouden
- je merkt dat je hand of arm tintelt, doof aanvoelt of minder kracht heeft
- je ’s nachts wakker wordt van de pijn
- je werk of dagelijkse dingen moeilijker worden door de klachten
Twijfel je? Overleg dan met je huisarts of bedrijfsarts. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter het te behandelen is. Bekijk ook de tips op onze pagina Diagnose bij RSI-klachten.
3. Aspecifiek of specifiek
Artsen maken bij RSI-klachten onderscheid tussen twee soorten klachten: aspecifiek en specifiek. Hieronder zie je het verschil overzichtelijk in een tabel:
| Type | Wat is het? | Voorbeelden |
|---|---|---|
| Aspecifieke klachten | Klachten zonder medische diagnose. | Pijn, stijfheid of tintelingen in arm, hand of pols, soms wisselend aanwezig. |
| Specifieke klachten | Klachten die horen bij medisch herkenbare diagnoses die binnen KANS vallen. | Carpaletunnelsyndroom (CTS) peesontsteking tenniselleboog schouderklachten cervicale radiculopathie |
Neem je klachten serieus. Ook zonder duidelijke diagnose kunnen de klachten veel invloed hebben op je dagelijks leven. Een arts kan helpen om verder te onderzoeken wat er aan de hand is en wat de beste aanpak is.
4. Oorzaken & preventie
RSI-klachten aan arm, hand en pols ontstaan meestal niet door één enkele oorzaak. Vaak spelen meer dingen samen een rol.
Veel voorkomende oorzaken zijn:
- herhalende bewegingen, zoals typen of met de muis werken
- lang in dezelfde houding werken zonder voldoende pauzes
- een ongunstige werkhouding (bijvoorbeeld gebogen polsen of opgetrokken schouders)
- te veel kracht zetten of werken met trillend gereedschap
- hoge werkdruk of stress, waardoor je gespannen werkt
- weinig herstelmomenten of slaaptekort
Sommige mensen zijn gevoeliger voor klachten, bijvoorbeeld door eerdere blessures, weinig lichaamsbeweging of overmatige inzet.
Op de pagina Oorzaken van RSI lees je meer.
Wat kun je doen om klachten te voorkomen of te verminderen?
Wacht niet totdat klachten erger worden. Er zijn simpele dingen die je kunt doen.
- Zorg voor afwisseling in je werk. Wissel typen, lezen en overleggen met elkaar af.
- Neem regelmatig kleine of grote pauzes. Al duurt het maar een paar seconden. Het helpt je spieren om even te ontspannen.
- Let op je werkhouding. Zit je goed? Kunnen je armen ontspannen rusten? Staat je scherm op de juiste hoogte? Kleine aanpassingen kunnen veel verschil maken. Lees er meer over op onze pagina: Inrichting werkplek.
- Blijf in beweging. Wandelen of fietsen buiten je werk helpt je lichaam soepel te houden.
- Bespreek stress of werkdruk. Doe dit op tijd met je leidinggevende of collega’s. Stress kan klachten verergeren.
Op de pagina Preventie vind je nog meer tips.
Meer weten of hulp nodig?
Neem gerust contact met ons op. Of lees verder op onze website. We helpen je graag verder.
Inhoud
